zaterdag 25 december 2010

Aan de andere kant van de rivier


Onwaarschijnelijk om hier vanuit een dorp diep verscholen in de dennewouden van Noord-Rusland op zo een robot-tokkelmachien dit bericht te zenden. Hier te Tsjesjegora, leven er dus wel nog enkele mensen, veertien om precies te zijn, maar het dorp bestaat uit een dertigtal huizen, vroeger woonden hier dus meer mensen. Hier langs te Pinega-rivier zijn verschillende dorpen gevestigd, die vroeger via deze grote rivier met schepen werden bevoorraad, er was zelfs 15 jaar terug een vliegtuigbasis aan de andere kant van de rivier. In de winter is die voorzien van een ijsbrug, of beter, het ijs is zo dik dat je er zomaar met een wagen de overkant kunt bereiken. Zo bereikten we met Vladimirs'wagen inclusief Marie-ivana en haar buurvrouw Rima, een van de laatste bewoners van het kleine dorp, het grotere dorp Peremjen aan de overkant. Het grote houten pakhuis aan de boorden van de Pinega was nog slechts een schim van het ooit bedrijvige dorp. We werden er verwelkomt bij het laatste lid van het grote koor van de streek, een kranig oudje van 96 jaar die samen met Marie-ivana, die zelf 80 jaar is,vocale volksliederen bovenhaalden. Wondermooie oude gezangen, alsof het hier op de 25ste december, echt kerstmis was. Hier wordt echter pas de achtste van januari de geboorte van Jezus gevierd. We hebben niemand om van te houden, zongen ze in koor tussen de gerechten en vodka-toasten door. Alsof deze oude song, reeds de toekomst zag. Vladimir en ik, waren er in het gezellige warme huis en buiten krakend vriesweer, omringd door 5 oude maar nog sterke vrouwen en 1 dronken man, die zich af en toe van de tafel verwijderde, om in kleine pozen zijn roes uit te slapen. Treffend hoe vooral het vrouwelijk geslacht veel ouder worden, de mannen zondigen zich te veel aan geestrijke dranken, vandaar...
Toch dronken we samen met hen meerdere glazen vodak op onze ontmoeting. Het was voor hen sinds de Duitse bezetting geleden dat ze nog uit buitenlander hadden gezien. Via een bosweg, 200 km van de al vrij afgelegen nationale weg richting Arkhangalsk, hebben we via het provinciestadje, ons nog dieper in de Russische Taiga gewaagd. Vladimir was hier nu wel niet vreemd, en hij wist dat we bij Marie-ivana met open armen zouden ontvangen worden. We zullen hier een week logeren met haar in de enige verwarmde plaats van het huis. Ze verloor haar man pas toen ze veertig was. Hij kwam onder zijn traktor terecht, op de kolchoze van het dorp. Er was weinig keuze en Marie-ivana nam het werk van haar man over. Vrij ongewoon voor een vrouw achter een traktorstuur te zien in die tijd. Het waren tijden van overleven voor iedereen van het dorp, maar het dorp leefde, en ze kwamen met hun koor geregeld samen. Ooit zijn ze uitgenodigd om in Moskou de zeventigste verjaardag van de revolutie, respectievelijk in 1987, samen met andere volksgroepen, het evenement op te luisteren. Voor iedereen de eerste en enige keer dat ze in een grootstad kwamen. Dat er vier van hen toen van de roltrap van de metro vielen kunnen ze nog steeds om lachen. Zij zijn de laatste overlevenden van een oude cultuur, die samen met hen onherroepelijk zal verdwijnen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten